Onderzoek van Provinciale argumenten - Beoordeling van Onderzoek - B
Wat klopt er van de argumenten voor een Cemt V vaarweg, en wat niet? Want hoewel ze gebaseerd zijn op ‘onderzoeksrapporten’ (A), zijn de ‘interpretaties’ (B) ervan zeker zo belangrijk.
Commentaar van Vaarweg Drachten Forum berust op factchecks. De resultaten daarvan vind je terug in onderstaand schema, van waaruit gemakkelijk heen en weer te surfen is :
Centraal een korte Conclusie & Samenvatting, daar omheen Inleiding, Onderzoeken (A), Interpretaties (B) door GS-Fryslan en Criteria. Verwijzingen naar deze Criteria kom je dan tegen als (rode cijfers) of (woorden).
Voor een snelle oriëntering in de resultaten hiervan, ga je naar “Fabels en Feiten” op onze homepage.
Wat klopt er van de argumenten voor een Cemt V vaarweg, en wat niet? Want hoewel ze gebaseerd zijn op ‘onderzoeksrapporten’ (A), zijn de ‘interpretaties’ (B) ervan zeker zo belangrijk.
Commentaar van Vaarweg Drachten Forum berust op factchecks. De resultaten daarvan vind je terug in onderstaand schema, van waaruit gemakkelijk heen en weer te surfen is :
Centraal een korte Conclusie & Samenvatting, daar omheen Inleiding, Onderzoeken (A), Interpretaties (B) door GS-Fryslan en Criteria. Verwijzingen naar deze Criteria kom je dan tegen als (rode cijfers) of (woorden).
Voor een snelle oriëntering in de resultaten hiervan, ga je naar “Fabels en Feiten” op onze homepage.
A - Beoordeling van de verschillende Vaarweg-Drachten-Onderzoeken
Het laatste grote onderzoek werd in 2018 door Procap uitgevoerd, en staat hier bovenaan omdat GS dit onderzoek als leidraad heeft gekozen (hoewel zij gaandeweg hieruit vooral gekozen hebben wat van hun gading was). De ‘quickscan’ uit 2019, door GS ten onrechte geclaimd als ‘onderzoek’, hoort hier niet bij. Het oudste onderzoek uit 1998 staat onderaan.
2019 – Quickscan naar de trends voor klasse IV schepen - Het toekomst-perspectief van de kleinere schepen. – AA-planadvies – opdracht GS-Fryslân
Als pdf te vinden in de Provinciale website.
GS-Fryslân meende te moeten twijfelen aan de inhoud van het Procap rapport, waar het ’t voortbestaan van kleinere binnenvaartschepen betreft. Dit was aanleiding voor het inschakelen van AA-planadvies. In dit rapport een keurige beschrijving van de situatie rond scheepsgroottes en -types van zo’n tien jaar geleden. De laatste ontwikkelingen in onze buurlanden (zie Kleine Schepen) en op Europees niveau heeft AA kennelijk gemist.
GS toont wel lef door het rapport van Procap, een op meerdere terreinen onderlegd bureau, te laten overrulen door de ‘quickscan’ van het eenmansbedrijf AA, teneinde een argument in handen te krijgen om zonder scrupules er een nieuwe vaarweg door te drukken. (zie Criteria Objectiviteit, 2, 3, 6, 7). Deze ‘quickscan’ wordt hier slechts genoemd ter verduidelijking van z’n manco’s en hoort dus eigenlijk niet thuis in deze rij onderzoeken.
2018 – Bereikbaarheid van de binnenhavens - Procap – opdracht GS-Fryslân
Dit rapport is zowel zonder als met ons Forum-commentaar te downloaden.
Het is het laatste en belangrijkste grote onderzoeksrapport, waaraan GS vooral refereert, althans waar dit in haar kraam te pas komt. Daarom ook dat we dit rapport, en dan incluis ons uitgebreide commentaar, op de Forum-website hebben staan.
In dit rapport klinkt de richtinggevende inspraak van GS als opdrachtgever wel erg door.
Wat behandelt Procap?:
- Net als alle hieronder genoemde eerdere rapporten, gaat ook dit Procap rapport in eerste instantie weer over de ‘Bereikbaarheid van bestaande binnenhavens’, een vraagstelling die lokale havenplaatsen als Drachten en Heerenveen wel past, maar voorbij gaat aan de interesse in Ruimtelijke Ordening die van Provinciaal Bestuur verwacht zou mogen worden.
- In 2017 was reeds gesteld, dat vergroting van de vaarweg teveel zou kosten voor de te verwachten meeropbrengst ervan. Uit de tracé-mogelijkheden was globaal al de ‘zuidelijke variant’ gekozen. Gezocht werd dus naar een manier om dit goedkoper te realiseren.
- Ook Procap komt uit op de constatering, dat van de vaarweg niet of nauwelijks een ‘meeropbrengst’ is te verwachten.
- Maar goedkoper kan het wel, namelijk door simpelweg een polder onder water te zetten. Procap tekent hier een vaargeul en wat zeilbootjes in, en ‘Klaar is Kees’. Dat Procap hiermee op terreinen terecht komt, waar zij (ook volgens eigen zeggen) geen expertise in hebben, deert Procap kennelijk niet (zoals natuur, landbouw, milieu, geologie, recreatie, veiligheid). En dat is vreemd, vooral omdat dit het enige stuk uit het rapport is, waar GS werkelijk belangstelling voor blijkt te hebben. (Heeft Procap zich hier door specifieke GS wensen laten verleiden/misbruiken om zo buiten de eigen competenties te treden?). Dit stuk wordt door GS overgenomen als zogenaamde ‘meekoppelkans’ in de wens tot CO2 reductie. Met als resultaat het huidige door GS en Smallingerland gewenste voorstel (6).
(Manco’s tevens in 1 t/m 5, én verder fikse haperingen in (Doelgerichtheid), (Striktheid), (Betrouwbaarheid), (Objectiviteit) en (Eenvoud), zie Criteria voor het beoordelen.
- Hoewel de vraagstelling van GS vooral de vaarwegen betrof, maakte Procap toch ook nog wat gebruik van de ruimte die de wat onbeholpen strofe “stip op de horizon in 2050” in de vraagstelling biedt. Vanuit een visie die blijk geeft van meer inzicht in Ruimtelijke Ordening dan waar GS-Fryslân over blijkt te beschikken, schetst Procap enkele alternatieve oplossingen die wél een goede voorzet zouden kunnen vormen voor betere flexibiliteit in de infrastructuur en logistiek in de toekomst van Friesland. Zo worden verschillende mogelijkheden van overslagterminals genoemd, te beginnen met ‘fly-bye-terminal’s aan het PM-kanaal, welke z.n. uitgebreid kunnen worden tot volwaardige overslag-terminals. En in de definitieve versie van dit rapport (blz 43) wordt al de mogelijkheid geopperd van de terminal annex industrieterrein voor bulkverwerking, wat een optie zou kunnen zijn voor bv Agrifirm en de betonbedrijven in Drachten en Heerenveen.
Maar deze expertise van Procap in Ruimtelijke Ordening laat GS-Fryslân links liggen.
- Procap geeft er blijk van de ontwikkelingen en nieuwe eisen op het gebied van scheep-vaart goed te volgen (de effecten van klimaatontwikkeling blijven nog buiten beeld). En hoewel GS ervan uitgaat/wenst dat schepen kleiner dan Cemt Va zullen verdwijnen, schetst Procap op meerdere plekken een doelbewust voortbestaan van Cemt IV en zelfs Cemt III, zij het in een nieuwe vorm. Deze visie wordt door GS terzijde geschoven d.m.v. het inschakelen van een eenmansbedrijf, dat in een ‘quickscan’ stelt dat kleine schepen wél gaan verdwijnen. Deze ‘quickscan’ kan nauwelijks opgevat worden als onderzoek, en blijft hier buiten beschouwing.
{ Jammer dat ook Procap meerdere opties voor een soepeler logistiek en infrastructuur onbesproken laat: - Zo ontbreekt de optie ‘terminal annex distributiecentra’ nog. Overigens lees je nu veelal de term ‘hub’ in plaats van ‘terminal’.
- Ook de relatie tot de directe regio’s en hubs als Leeuwarden, Veendam, Urk, Kampen-Meppel-Zwolle en Lelystad, blijft inhoudelijk nog goeddeels buiten beeld (8). Zou een betere samenwerking niet een goede optie voor een soepele logistiek en het milieu kunnen zijn? Maar zelfs Drachten en Heerenveen worstelen ieder voor zich met hetzelfde probleem, ondanks hun ‘Frisian Ports’ connectie (weer een ‘havenplaats-verband).
- Wat qua flexibele weg-water-logistiek bij Procap ook volledig buiten beeld blijft, is onderzoek naar lucratieve mogelijkheden tot reactivering van ‘ingeslapen’ vaarwegen, havens en overslagplaatsen in Friesland (8), nodig in het belang van de weg naar water transitie. Maar in wezen heeft ook dit weer met Ruimtelijke Ordening en infrastructuur te maken, wat een dankbare taak voor regio en Provincie zou moeten zijn }.
2016 – Brede ruimtelijke-economische analyse van de Friese havens en vaarwegen - Kosten, baten, kansen – Panteia - opdracht GS-Fryslân
Dit rapport is zowel zonder als met ons Forum-commentaar te downloaden.
De Provincie vraagt aan Panteia “een brede ruimtelijk-economische analyse van de Friese havens en vaarwegen, in relatie tot het nationale en internationale goederenvervoer over water en het netwerk waarop dit goederenvervoer plaats vindt”. Zowaar dus een vraag in de sfeer van Ruimtelijke Ordening. Dat proberen de drie mannen van Panteia wel, maar ook hen lukt het niet om los te komen van bestaande havens en industrieterreinen (1).
- Wat dit laatste betreft zien zij groei: “Smallingerland heeft daarbij de beste groeiperspectieven (groei BRP). In Smallingerland is de komende 5-6 jaar nog ruimte, daarna niet meer. In zowel Leeuwarden als Smallingerland ontstaat op termijn in het geval van het hoge groeiscenario een tekort” aan ruimte. Daarom wordt ook gesteld: “In dit kader is samenwerking tussen gemeentes onderling en met de provincie noodzakelijk, waarmee de beschikbaarheid van terreinen geoptimaliseerd kan worden vanuit een regionaal perspectief”. Hoewel nog geen ‘Ruimtelijke Ordening’, tendeert het er wel al een beetje naar.
- Dit rapport heeft aandacht voor duurzaamheid en ‘circulariteit’ in economie, landbouw, transport enz.
- Ook wordt het concept ‘fly-by-terminal’ hier al uitgelegd, al schrijft Panteia hier bij “De haalbaarheid van een dergelijke ‘fly-by’ terminal is geen onderwerp van deze studie” – dit was dus kennelijk ‘niet interessant’ in de ogen van GS (2).
- Interessant ook dat uitleg wordt gegeven over TEN-T, het Europese netwerk van vaarwegen, waarin ook het belang van kleinere vaarwegen wordt benadrukt, met de opdracht deze niet domweg weg te strepen, maar het mogelijke belang van elke vaarweg te wegen.
- Overigens ziet ook Panteia kleine schepen niet verdwijnen. Panteia zag en het aandeel Cemt III schepen naar Drachten zelfs toenemen.
- Een interessante constatering in dit rapport is, dat het economisch belang van de beroepsvaart qua ordegrootte gelijk is aan dat van de recreatievaart.
2015 – drie alternatieven vaarweg Drachten Een kaartje, hier te downloaden.
Kaartje van de Topografische Dienst van het Kadaster, in opdracht van ‘Verkeer/Vervoer’. Het vierde alternatief door Leijen en Bergumermeer blijkt inmiddels afgevallen te zijn.
2014 – KKBA Vaarweg Drachten - project: Vaarweg Drachten geschikt maken voor grotere schepen – Witteveen en Bos - opdrachtgever Gemeente Smallingerland
(KKBA = Kengetallen-Kosten-Baten-Analyse) Van dit rapport hebben we alleen nog de versie met ons Forum-commentaar. Het is een te groot bestand (36 Mb) om op onze website te kunnen plaatsen, maar is op te vragen via Contact.
Dit rapport gaat uit van de huidige haven Drachten en de bereikbaarheid voor grote schepen (1 en 2). Er worden vier alternatieven voor een grotere vaarweg bekeken, met de bedoeling om verschillen in kosten, in ecologie en in veiligheid helder te krijgen (Eenvoud).
Hoewel de recreatievaart in dit rapport meermalen ter sprake komt, spelen economische aspecten van de recreatiesector, noch veiligheidsaspecten hierin een rol (alhoewel dit laatste wel gesuggereerd wordt)(5). Daarmee missen we dan ook onderbouwing van de conclusies over deze onderwerpen. En ook waar het om ecologie gaat, is de onderbouwing erg mager (5). Toch staat het Procap rapport deels op de schouders van Witteveen & Bos.
2013 – “Probleemanalyse vaarweg Drachten” – door Bas Doets en Geert Visser (E&E advies) - Opdrachtgever wordt niet genoemd.
Dit rapport is zonder bijgeschreven commentaar hier in te zien en te downloaden.
E&E gaan uit van groei haven-gebonden bedrijven, maar onderscheiden daarin niet de al dan niet Cemt V afhankelijkheid (5). Zij noemen in ‘Onderzoeksmethodiek’ nog enkele rapporten, die niet allemaal door ons zijn doorgespit.
Deze analyse brengt ons weinig nieuws. Wel opmerkelijk, dat zij wel al noemen: “De menging van beroeps- en recreatievaart heeft negatieve effecten op de veiligheidsbeleving”.
2008 - Netwerk-analyse vaarwegen en binnenhavens Fryslân en Groningen - Ecorys Nederland - Opdrachtgever: provincies Groningen & Fryslân.
Dit rapport is zonder bijgeschreven commentaar hier te downloaden.
Dit is een bovenregionale studie, die weliswaar weer van de bestaande binnenhavens uitgaat, maar dit door een onderzoeksgroep die wel degelijk ook Ruimtelijke Ordening in haar pakket heeft. Zo worden op blz 56 twee belangrijke opmerkingen gemaakt:
- “Er is bovenregionale afstemming nodig m.b.t. de ontwikkeling van bedrijventerreinen. Door het clusteren van gelijksoortige bedrijvigheid kan beter worden ingespeeld op de behoefte van bedrijven. Bedrijven kunnen zelfs profiteren van elkaars nabijheid”.
- “Een integrale visie op verschillende ruimtelijke ontwikkelingen op bovenregionaal niveau is noodzakelijk waarbij kansen en bedreigingen van ruimtelijke ontwikkelingen (wonen, werken recreëren) in verband met elkaar bezien worden. Ook dit vraagt bestuurlijke samenwerking en visie. Alleen zo kan de introductie van langdurig fysieke knelpunten worden voorkomen”.
GS-Fryslân heeft in deze echter weinig op met Ruimtelijke Ordening (2).
2004 - “Binnenhaven Drachten” - Case beschrijving ten behoeve van studie ‘Economisch belang Nederlandse Binnenhavens’ – TNO - In opdracht van de Nederlandse Vereniging van Binnenhavens
Dit rapport is zonder bijgeschreven commentaar hier in te zien en te downloaden.
Deze opdrachtgever heeft weer als uitgangspunt de bestaande ‘Drachtster haven’ genomen. TNO ziet in 2004 voor Drachten nog potentieel als container-overslaghaven (Procap ziet dit in 2018 niet meer). Als probleem wordt de lokale infrastructuur genoemd, waardoor ook de ontsluiting over de weg op termijn een knelpunt kan worden.
2000 – Zoektocht naar een kanaaltracé voor de vaarweg tussen het Prinses Margrietkanaal en Drachten - Arcadis Heidemij - opdracht GS-Fryslân
Dit rapport is zonder bijgeschreven commentaar hier te vinden en te downloaden.
Het rapport is een vervolgstudie op het onderzoek uit 1998 “Bestaande vaarweg, óf nieuwe vaarweg beroepsvaart, óf in combinatie met recreatievaart” (zie onder).
1998 - Haalbaarheidsstudie verruiming vaarweg prinses Margrietkanaal – Drachten – Arcadis Heidemij - in opdracht van GS-Fryslân
Dit rapport is zonder bijgeschreven commentaar hier te vinden en te downloaden.
Die wens tot “verruiming” blijkt toen al in meerdere provinciale nota’s te zijn aangegeven.
Als "Zijdelingse problemen" werden toen al genoemd: natuurgebied, scherpe bocht bij Hooidambrug, kwetsbare oevers, geen scheiding recreatievaart, dode hoek, onervarenheid van vele recreatievaarders. Advies Milieu Effect Rapportage.
Naast aanpassing bestaande tracé ook overwegen een alternatief tracé te kiezen.
Het laatste grote onderzoek werd in 2018 door Procap uitgevoerd, en staat hier bovenaan omdat GS dit onderzoek als leidraad heeft gekozen (hoewel zij gaandeweg hieruit vooral gekozen hebben wat van hun gading was). De ‘quickscan’ uit 2019, door GS ten onrechte geclaimd als ‘onderzoek’, hoort hier niet bij. Het oudste onderzoek uit 1998 staat onderaan.
2019 – Quickscan naar de trends voor klasse IV schepen - Het toekomst-perspectief van de kleinere schepen. – AA-planadvies – opdracht GS-Fryslân
Als pdf te vinden in de Provinciale website.
GS-Fryslân meende te moeten twijfelen aan de inhoud van het Procap rapport, waar het ’t voortbestaan van kleinere binnenvaartschepen betreft. Dit was aanleiding voor het inschakelen van AA-planadvies. In dit rapport een keurige beschrijving van de situatie rond scheepsgroottes en -types van zo’n tien jaar geleden. De laatste ontwikkelingen in onze buurlanden (zie Kleine Schepen) en op Europees niveau heeft AA kennelijk gemist.
GS toont wel lef door het rapport van Procap, een op meerdere terreinen onderlegd bureau, te laten overrulen door de ‘quickscan’ van het eenmansbedrijf AA, teneinde een argument in handen te krijgen om zonder scrupules er een nieuwe vaarweg door te drukken. (zie Criteria Objectiviteit, 2, 3, 6, 7). Deze ‘quickscan’ wordt hier slechts genoemd ter verduidelijking van z’n manco’s en hoort dus eigenlijk niet thuis in deze rij onderzoeken.
2018 – Bereikbaarheid van de binnenhavens - Procap – opdracht GS-Fryslân
Dit rapport is zowel zonder als met ons Forum-commentaar te downloaden.
Het is het laatste en belangrijkste grote onderzoeksrapport, waaraan GS vooral refereert, althans waar dit in haar kraam te pas komt. Daarom ook dat we dit rapport, en dan incluis ons uitgebreide commentaar, op de Forum-website hebben staan.
In dit rapport klinkt de richtinggevende inspraak van GS als opdrachtgever wel erg door.
Wat behandelt Procap?:
- Net als alle hieronder genoemde eerdere rapporten, gaat ook dit Procap rapport in eerste instantie weer over de ‘Bereikbaarheid van bestaande binnenhavens’, een vraagstelling die lokale havenplaatsen als Drachten en Heerenveen wel past, maar voorbij gaat aan de interesse in Ruimtelijke Ordening die van Provinciaal Bestuur verwacht zou mogen worden.
- In 2017 was reeds gesteld, dat vergroting van de vaarweg teveel zou kosten voor de te verwachten meeropbrengst ervan. Uit de tracé-mogelijkheden was globaal al de ‘zuidelijke variant’ gekozen. Gezocht werd dus naar een manier om dit goedkoper te realiseren.
- Ook Procap komt uit op de constatering, dat van de vaarweg niet of nauwelijks een ‘meeropbrengst’ is te verwachten.
- Maar goedkoper kan het wel, namelijk door simpelweg een polder onder water te zetten. Procap tekent hier een vaargeul en wat zeilbootjes in, en ‘Klaar is Kees’. Dat Procap hiermee op terreinen terecht komt, waar zij (ook volgens eigen zeggen) geen expertise in hebben, deert Procap kennelijk niet (zoals natuur, landbouw, milieu, geologie, recreatie, veiligheid). En dat is vreemd, vooral omdat dit het enige stuk uit het rapport is, waar GS werkelijk belangstelling voor blijkt te hebben. (Heeft Procap zich hier door specifieke GS wensen laten verleiden/misbruiken om zo buiten de eigen competenties te treden?). Dit stuk wordt door GS overgenomen als zogenaamde ‘meekoppelkans’ in de wens tot CO2 reductie. Met als resultaat het huidige door GS en Smallingerland gewenste voorstel (6).
(Manco’s tevens in 1 t/m 5, én verder fikse haperingen in (Doelgerichtheid), (Striktheid), (Betrouwbaarheid), (Objectiviteit) en (Eenvoud), zie Criteria voor het beoordelen.
- Hoewel de vraagstelling van GS vooral de vaarwegen betrof, maakte Procap toch ook nog wat gebruik van de ruimte die de wat onbeholpen strofe “stip op de horizon in 2050” in de vraagstelling biedt. Vanuit een visie die blijk geeft van meer inzicht in Ruimtelijke Ordening dan waar GS-Fryslân over blijkt te beschikken, schetst Procap enkele alternatieve oplossingen die wél een goede voorzet zouden kunnen vormen voor betere flexibiliteit in de infrastructuur en logistiek in de toekomst van Friesland. Zo worden verschillende mogelijkheden van overslagterminals genoemd, te beginnen met ‘fly-bye-terminal’s aan het PM-kanaal, welke z.n. uitgebreid kunnen worden tot volwaardige overslag-terminals. En in de definitieve versie van dit rapport (blz 43) wordt al de mogelijkheid geopperd van de terminal annex industrieterrein voor bulkverwerking, wat een optie zou kunnen zijn voor bv Agrifirm en de betonbedrijven in Drachten en Heerenveen.
Maar deze expertise van Procap in Ruimtelijke Ordening laat GS-Fryslân links liggen.
- Procap geeft er blijk van de ontwikkelingen en nieuwe eisen op het gebied van scheep-vaart goed te volgen (de effecten van klimaatontwikkeling blijven nog buiten beeld). En hoewel GS ervan uitgaat/wenst dat schepen kleiner dan Cemt Va zullen verdwijnen, schetst Procap op meerdere plekken een doelbewust voortbestaan van Cemt IV en zelfs Cemt III, zij het in een nieuwe vorm. Deze visie wordt door GS terzijde geschoven d.m.v. het inschakelen van een eenmansbedrijf, dat in een ‘quickscan’ stelt dat kleine schepen wél gaan verdwijnen. Deze ‘quickscan’ kan nauwelijks opgevat worden als onderzoek, en blijft hier buiten beschouwing.
{ Jammer dat ook Procap meerdere opties voor een soepeler logistiek en infrastructuur onbesproken laat: - Zo ontbreekt de optie ‘terminal annex distributiecentra’ nog. Overigens lees je nu veelal de term ‘hub’ in plaats van ‘terminal’.
- Ook de relatie tot de directe regio’s en hubs als Leeuwarden, Veendam, Urk, Kampen-Meppel-Zwolle en Lelystad, blijft inhoudelijk nog goeddeels buiten beeld (8). Zou een betere samenwerking niet een goede optie voor een soepele logistiek en het milieu kunnen zijn? Maar zelfs Drachten en Heerenveen worstelen ieder voor zich met hetzelfde probleem, ondanks hun ‘Frisian Ports’ connectie (weer een ‘havenplaats-verband).
- Wat qua flexibele weg-water-logistiek bij Procap ook volledig buiten beeld blijft, is onderzoek naar lucratieve mogelijkheden tot reactivering van ‘ingeslapen’ vaarwegen, havens en overslagplaatsen in Friesland (8), nodig in het belang van de weg naar water transitie. Maar in wezen heeft ook dit weer met Ruimtelijke Ordening en infrastructuur te maken, wat een dankbare taak voor regio en Provincie zou moeten zijn }.
2016 – Brede ruimtelijke-economische analyse van de Friese havens en vaarwegen - Kosten, baten, kansen – Panteia - opdracht GS-Fryslân
Dit rapport is zowel zonder als met ons Forum-commentaar te downloaden.
De Provincie vraagt aan Panteia “een brede ruimtelijk-economische analyse van de Friese havens en vaarwegen, in relatie tot het nationale en internationale goederenvervoer over water en het netwerk waarop dit goederenvervoer plaats vindt”. Zowaar dus een vraag in de sfeer van Ruimtelijke Ordening. Dat proberen de drie mannen van Panteia wel, maar ook hen lukt het niet om los te komen van bestaande havens en industrieterreinen (1).
- Wat dit laatste betreft zien zij groei: “Smallingerland heeft daarbij de beste groeiperspectieven (groei BRP). In Smallingerland is de komende 5-6 jaar nog ruimte, daarna niet meer. In zowel Leeuwarden als Smallingerland ontstaat op termijn in het geval van het hoge groeiscenario een tekort” aan ruimte. Daarom wordt ook gesteld: “In dit kader is samenwerking tussen gemeentes onderling en met de provincie noodzakelijk, waarmee de beschikbaarheid van terreinen geoptimaliseerd kan worden vanuit een regionaal perspectief”. Hoewel nog geen ‘Ruimtelijke Ordening’, tendeert het er wel al een beetje naar.
- Dit rapport heeft aandacht voor duurzaamheid en ‘circulariteit’ in economie, landbouw, transport enz.
- Ook wordt het concept ‘fly-by-terminal’ hier al uitgelegd, al schrijft Panteia hier bij “De haalbaarheid van een dergelijke ‘fly-by’ terminal is geen onderwerp van deze studie” – dit was dus kennelijk ‘niet interessant’ in de ogen van GS (2).
- Interessant ook dat uitleg wordt gegeven over TEN-T, het Europese netwerk van vaarwegen, waarin ook het belang van kleinere vaarwegen wordt benadrukt, met de opdracht deze niet domweg weg te strepen, maar het mogelijke belang van elke vaarweg te wegen.
- Overigens ziet ook Panteia kleine schepen niet verdwijnen. Panteia zag en het aandeel Cemt III schepen naar Drachten zelfs toenemen.
- Een interessante constatering in dit rapport is, dat het economisch belang van de beroepsvaart qua ordegrootte gelijk is aan dat van de recreatievaart.
2015 – drie alternatieven vaarweg Drachten Een kaartje, hier te downloaden.
Kaartje van de Topografische Dienst van het Kadaster, in opdracht van ‘Verkeer/Vervoer’. Het vierde alternatief door Leijen en Bergumermeer blijkt inmiddels afgevallen te zijn.
2014 – KKBA Vaarweg Drachten - project: Vaarweg Drachten geschikt maken voor grotere schepen – Witteveen en Bos - opdrachtgever Gemeente Smallingerland
(KKBA = Kengetallen-Kosten-Baten-Analyse) Van dit rapport hebben we alleen nog de versie met ons Forum-commentaar. Het is een te groot bestand (36 Mb) om op onze website te kunnen plaatsen, maar is op te vragen via Contact.
Dit rapport gaat uit van de huidige haven Drachten en de bereikbaarheid voor grote schepen (1 en 2). Er worden vier alternatieven voor een grotere vaarweg bekeken, met de bedoeling om verschillen in kosten, in ecologie en in veiligheid helder te krijgen (Eenvoud).
Hoewel de recreatievaart in dit rapport meermalen ter sprake komt, spelen economische aspecten van de recreatiesector, noch veiligheidsaspecten hierin een rol (alhoewel dit laatste wel gesuggereerd wordt)(5). Daarmee missen we dan ook onderbouwing van de conclusies over deze onderwerpen. En ook waar het om ecologie gaat, is de onderbouwing erg mager (5). Toch staat het Procap rapport deels op de schouders van Witteveen & Bos.
2013 – “Probleemanalyse vaarweg Drachten” – door Bas Doets en Geert Visser (E&E advies) - Opdrachtgever wordt niet genoemd.
Dit rapport is zonder bijgeschreven commentaar hier in te zien en te downloaden.
E&E gaan uit van groei haven-gebonden bedrijven, maar onderscheiden daarin niet de al dan niet Cemt V afhankelijkheid (5). Zij noemen in ‘Onderzoeksmethodiek’ nog enkele rapporten, die niet allemaal door ons zijn doorgespit.
Deze analyse brengt ons weinig nieuws. Wel opmerkelijk, dat zij wel al noemen: “De menging van beroeps- en recreatievaart heeft negatieve effecten op de veiligheidsbeleving”.
2008 - Netwerk-analyse vaarwegen en binnenhavens Fryslân en Groningen - Ecorys Nederland - Opdrachtgever: provincies Groningen & Fryslân.
Dit rapport is zonder bijgeschreven commentaar hier te downloaden.
Dit is een bovenregionale studie, die weliswaar weer van de bestaande binnenhavens uitgaat, maar dit door een onderzoeksgroep die wel degelijk ook Ruimtelijke Ordening in haar pakket heeft. Zo worden op blz 56 twee belangrijke opmerkingen gemaakt:
- “Er is bovenregionale afstemming nodig m.b.t. de ontwikkeling van bedrijventerreinen. Door het clusteren van gelijksoortige bedrijvigheid kan beter worden ingespeeld op de behoefte van bedrijven. Bedrijven kunnen zelfs profiteren van elkaars nabijheid”.
- “Een integrale visie op verschillende ruimtelijke ontwikkelingen op bovenregionaal niveau is noodzakelijk waarbij kansen en bedreigingen van ruimtelijke ontwikkelingen (wonen, werken recreëren) in verband met elkaar bezien worden. Ook dit vraagt bestuurlijke samenwerking en visie. Alleen zo kan de introductie van langdurig fysieke knelpunten worden voorkomen”.
GS-Fryslân heeft in deze echter weinig op met Ruimtelijke Ordening (2).
2004 - “Binnenhaven Drachten” - Case beschrijving ten behoeve van studie ‘Economisch belang Nederlandse Binnenhavens’ – TNO - In opdracht van de Nederlandse Vereniging van Binnenhavens
Dit rapport is zonder bijgeschreven commentaar hier in te zien en te downloaden.
Deze opdrachtgever heeft weer als uitgangspunt de bestaande ‘Drachtster haven’ genomen. TNO ziet in 2004 voor Drachten nog potentieel als container-overslaghaven (Procap ziet dit in 2018 niet meer). Als probleem wordt de lokale infrastructuur genoemd, waardoor ook de ontsluiting over de weg op termijn een knelpunt kan worden.
2000 – Zoektocht naar een kanaaltracé voor de vaarweg tussen het Prinses Margrietkanaal en Drachten - Arcadis Heidemij - opdracht GS-Fryslân
Dit rapport is zonder bijgeschreven commentaar hier te vinden en te downloaden.
Het rapport is een vervolgstudie op het onderzoek uit 1998 “Bestaande vaarweg, óf nieuwe vaarweg beroepsvaart, óf in combinatie met recreatievaart” (zie onder).
1998 - Haalbaarheidsstudie verruiming vaarweg prinses Margrietkanaal – Drachten – Arcadis Heidemij - in opdracht van GS-Fryslân
Dit rapport is zonder bijgeschreven commentaar hier te vinden en te downloaden.
Die wens tot “verruiming” blijkt toen al in meerdere provinciale nota’s te zijn aangegeven.
Als "Zijdelingse problemen" werden toen al genoemd: natuurgebied, scherpe bocht bij Hooidambrug, kwetsbare oevers, geen scheiding recreatievaart, dode hoek, onervarenheid van vele recreatievaarders. Advies Milieu Effect Rapportage.
Naast aanpassing bestaande tracé ook overwegen een alternatief tracé te kiezen.